Traditionele Jiu Jitsu scholen

Traditionele Jiu Jitsu scholen


Takenouchi-Ryu
Sommige geschiedschrijvers beschouwen de Takenouchi Ryu, als de kern Jiu-Jitsu Ryu. De Takenouchi-Ryu werd gesticht aan het eind van de Momoyama periode (tweede helft van de 16 de eeuw) door een Bushi van een hoge rang, Hisamori, later bekend als Takenouchi-Toichiro. Hij maakte gebruik van vrij veel Sumo elementen bij zijn stijl, op deze wijze is het Sumo (Sumai) ook hier weer de basis voor een nieuwe gevechtskunst.

Van Takenouchi word gezegd dat hij een groot aantal gewapende en ongewapende Bu-Jitsu technieken in een systeem heeft vervat zowel in, als na een periode van intensieve studie in de wildernis, waar hij oefende met een houten zwaard (Bokken) en stok (Jo) op bewegende doelen. Hij benadrukte daarbij vooral de controletechnieken (Osae-Waza) welke hij organiseerde in vijf groepen (Kokyo) op grond van bewegingsovereenkomst zoals we dit nu ook nog wel zien bij moderne afleidingen van het antiekeBu-Jitsu. Takenouchi onderwees deze en andere “close combat” vaardigheden naast vaardigheden met korte scherpe wapens (Tanto). Een aantal geschiedschrijvers plaatsen de Takenouchi-Ryu dan ook eerder onder Ko-Gusoku als onder het pure Jiu-Jitsu. Ko-Gusoke is een aanduiding voor vechtstijlen welke zowel ongewapend vechten als het gebruik van kleine steekwapens onderwezen. De Takenouchi school bestaat op dit moment nog steeds in Japan.

Soshuishitsu-Ryu
Een afleiding van de Takanouchi Ryu is de Soshuishitsu Ryu, gesticht door Fugato-Hannosuke in 1650. Deze Bushi ontwikkelde zijn eigen gevechtsmethode van uit die welke hij had geleerd en na een periode van zuivering in het Yoshino gebergte noemde hij zijn methode “de zuivere stromende wateren” van de rivier de Yoshino. Deze school heeft een aantal eeuwen bestaan en is uiteindelijk overgegaan in het Kano-Jiu-Jitsu, ofwel het judo.

3.c. Kito-Ryu
De Kito-Ryu neemt een bijzondere plaats in, in de leer van het ongewapende Bu-Jitsu vanwege het duidelijke esoterische element in zijn methodes. De Kito-Ryu maakte veel gebruik van formele oefeningen, Kata. Volgens de overleveringen verscheen in de zeventiende eeuw een voormalige Chinese hofdignitaris in Japan (in Japan bekend onder de naam Genpin). Hij introduceerde een vechtkunst, gebaseerd op de innerlijke (zachte) Chinese vechtkunsten. Deze kunst onderwees hij aan drie geselecteerde krijgslieden zonder meester (Ronin). De namen van deze drie krijgslieden zijn bewaart gebleven: Fukuno Hichiroemon, Isogai Jirozaemon en Miura Yojiein. Deze drie mannen continueerden hun studie van de Genpin methode in het Kokusei klooster in Azabu. Zij stichten een eigen school, de Kito-Ryu.

Een ander verhaal ver het ontstaan van de Kito-Ryu geeft aan dat de stichter van deze school een zekere Takeda moet zijn geweest, een samoerai in dienst van Kyogoku, een Daimyo welke in nauw contact stond met de Togukawa familie. Zijn methode zou overgeërfd worden door twee andere groep Jiu-Jitsu experts, Yoshimura en Takenaka.

De technieken van deze school werden gewoonlijk in volle wapenrusting of in kleding wat sterk doet denken aan wapenrusting, uitgevoerd. De technieken waren in de regel gericht op het naar de grond brengen van de tegenstander. De technieken leven voort in het Koshiki-No-Kata wat als formele vorm door de Kodokan is opgenomen. De technieken worden gekenmerkt door de soepele (Ju), vloeiende wijze waarop methodes, bewegingen en acties met die van de tegenstander harmoniëren. Deze technieken zijn zeer verfijnd en moeilijk te doorgronden. Zowel Kano als Uyeshiba hebben deze technieken uitgebreid bestudeerd voordat ze belangrijke hoofdkenmerken van deze interessante kunst in hun eigen methoden integreerden.

Sekiguchi-Ryu
De wortels van krachtige Sekuguchi-Ryu gaan ook terug naar de zeventiende eeuw en de strenge Sekiguchi-Jushi die de leermeester was van krijgslieden waarvan werd gezegd dat hij uitblonk op deugden eerlijkheid en onpartijdigheid. Waarden die, naar men zegt doorgegeven zijn aan zijn zonen. Uit woorden van zijn oudste zoon, gericht aan een machtige Daimyo in Edo, blijkt de geringschatting van die meesters van Bu-Jitsu die zand in de ogen strooien van mensen door trucks te laten zien om op die wijze hun school in het middelpunt te plaatsen. Op deze wijze het Bu-Jitsu vernederen en schande brengen over de echte meesters. Jaloezie of frustratie over het feit dat blijkbaar ook toen ook al meer resultaat werd bereikt met goed praten als hard werken?

Yoshin-Ryu
Een arts uit Nagasaki genaamd Akijama Shirobei Yoshitoki had tijdens zijn verblijf in China, les gekregen in het vechten-met-de-blote-hand van meester Haku-Tei (of Pao-Chuan). Bij zijn terugkeer in Japan ondervond hij tijdens het oefengevecht dat een grotere lichaamsbeheersing nodig was. Op een winterdag toen hij mediteerde in de tempel, zag hij in de tuin een kerselaar en een wilg staan; beide bomen zwaar beladen met sneeuw. Waar de sterke takken van de kerselaar afbraken onder het gewricht, gaven deze van de wilg eenvoudig mee om daarna terug te zwiepen. Geïnspireerd door dit feit vatte Akijama de idee op hoe een zwakke een sterkere kan overwinnen door ‘mee te geven’.
Nadien heeft hij zich gedurende 100 dagen in de Tennago tempel te Tsukshi teruggetrokken. Gedurende deze meditatieperiode heeft hij, naar overlevering 103 grepen en 28 worpen vastgesteld. Akijama Shirobei Yoshitoki stichte daarop een school met de naam : Yoshin-Ryû, wat “school met pit van een wilg betekent”.

Daito-Ryu
De Daito-Ryu gaat volgens overlevering terug tot de Kamakura periode, naar verluid zou de school zelfs gesticht zijn door Minamoto-Yoshitsune, de halfbroer van Minamoto-Yoritomo. Minamoto-Yoshitsune was een groot veldheer en wordt nu nog in Japan vereerd. De vaardigheden zouden binnen de strijders van Minamoto-familie steeds doorgegeven zijn tot ze overgeërfd werden door de Takeda familie. De uiteindelijke erflater van de Daito-Ryu was Morihei-Uyeshiba, die de stijl uiteindelijk transformeerde in het Aikido. bokken